/

 

 

Lieve Anne, heb je al een tijd niet in het openbaar geschreven, maar we hebben uiteraard onze onder onsjes gehad. 
Het is onrustig in Iran. Het is onrustig in mij. 
Ik zie dat onze correspondentie veel  gelezen wordt, ook al publiceer ik niets. Ik had het druk met de twee belangrijke zittingen omtrent het verantwoordelijk stellen van Iraanse autoriteiten inzake misdaden tegen de menselijkheid. En met succes.
Vandaag wil ik je iets anders vertellen. Ik wil je vertellen hoe moeilijk mijn leven is. Ik wil je vertellen, dat ook al woon ik niet in Iran, dat mijn verbintenis met het land, mijn passie voor het volk, mijn activisme voor hun rechten, mijn leven zeer lastig maakt zelfs buiten Iran. Ik leef in een vrij land, maar ben niet vrij. De lange arm van Iran reikt diep in Nederland. Vermomd als allerlei culturele instellingen, overheidsinstanties en niet onbelangrijk via (gedogen) drugskartels. Drugskartels verbonden aan Hezbollah. Kun jij er met je verstand bij?! Ik niet. 
Telkens als Iran in opstand komt, is er reuring in mij. Hoe lang nog? Hoe vaak nog? Hoeveel doden? Soms wens ik dat ik geëxecuteerd werd. Ben ik er vanaf. Geen populaire gedachte, maar ik heb mij nooit aangesloten bij populisme. 
In mijn volgende leven kom ik terug als een vlinder. Een met ultra violette kleuren. Wist je dat vlinders slechts twee weken leven? Twee weken heerlijk vrij fladderen van bloem tot bloem..
Anne, ik vroeg mij af of jij jouw dagboek had gepubliceerd als je de oorlog had overleefd? De hoofdpersonen in mijn leven, leven nog. Ik wil hen niet in verlegenheid brengen. Je weet, mijn leven is niet over rozen gegaan en alle actoren zijn nalatig geweest. Ik wil je geen halve waarheden vertellen. Dus ik houd het hierbij.